“America first, A-me-ri-ca first!” In zijn inaugurele rede schetste Donald Trump een inktzwart beeld van de Amerikaanse economie, met beeldtaal over teloorgang die me vooral deed denken aan filosoof Nietsche’s ‘vrolijke wetenschap’ uit 1882. Verroeste fabrieken zijn volgens Trump “als grafstenen in het landschap versnipperd”. Talentvolle leerlingen zouden “verstoken zijn van alle kennis”.
Wie de lat zo laag legt, kan straks makkelijk scoren, ware het niet dat in werkelijkheid de lat (veel) hoger ligt. Er staan weliswaar verlaten fabrieken in de Rust Belt van de Verenigde Staten, maar tegelijkertijd is de omvang van de industriële productie nog nooit zo hoog geweest. En de PISA-scores ( een internationaal geharmoniseerde cognitieve test) van leerlingen in de VS laat te wensen over in vergelijking met de wereldtop (VS nu op plek 25), maar dat betekent nog niet dat ze intellectuele zombies zijn.
Een ding is duidelijk: Trump zegt vaarwel aan David Ricardo, de achttiende-eeuwse econoom die vrijhandel op basis van de comparatieve handelsvoordelen bepleitte en alleen voor een industrie die in de kinderschoenen staat tijdelijk wat bescherming nodig achtte. Voor Trump is protectionisme echter hoofdzaak, geen bijzaak. Bescherming van de eigen belangen “gaat tot grote welvaart leiden”.
Kapitaalmarktrente
De prangende vraag voor beleggers in de komende periode is of Trump zich meer gaat profileren op het gebied van protectionisme of dat het zwaartepunt toch bij de toegezegde fiscale expansie ligt. In zijn inaugurele rede noemde hij immers ook het bouwen van nieuwe bruggen, snelwegen, tunnels en spoorwegen.
Er is hier echt een dilemma voor Trump. Als hij maximaal inzet op protectionisme met hoge importtarieven, dan zal de inflatie oplopen omdat je een geleidelijk proces van (initieel dure) importsubstitutie kunt zien, waar hogere productiekosten worden doorbelast aan de consument. In plaats van de Mexicaanse arbeider moet Ford nu opeens een beter betaalde kracht uit Michigan in dienst nemen.
Deze hogere arbeidskosten kunnen uiteindelijk leiden tot arbeidsbesparende technologische innovatie, maar dat is vooral een tweede ronde-effect. In eerste instantie stijgt de kapitaalmarktrente, waardoor ook de financiering van fiscale expansie veel duurder uitvalt of onmogelijk wordt gemaakt door het Congres en kredietbeoordelaars die zich zorgen maken over de schuldquote.
Competitiviteit
Als hij anderzijds maximaal inzet op fiscale expansie dan drijft de daarvoor benodigde schuldemissie de kapitaalmarktrente in de VS op en maakt het de dollar nog sterker, waardoor de competitiviteit van de industrie onder druk komt te staan. Bovendien maakt een sterke dollar importen goedkoper waardoor uit protectionisme ingegeven hogere importtarieven minder effectief zijn.
Welke kant gaat Trump op? Is de recent geuite zorg van Trump over de sterke dollar een hint dat het toch vooral om de competitiviteit van het bedrijfsleven gaat? Het karakter Trump wil te graag winnen om volledig isolationistisch te kunnen zijn, waardoor fiscale expansie uiteindelijk ondergeschikt lijkt. Maar in dit post-waarheidsklimaat is er niemand die het precies weet en het signaal uit de ruis weet te onderscheiden. Waar Trump zich écht zorgen over zou moeten maken is de erosie van vertrouwen, niet de roest van bruggen en fabrieken.