Het totaal vermogen dat wordt beheerd door de 100 grootste vermogensbeheerders van alternatieve beleggingscategorieën voor pensioenfondsen, is vorig jaar met tien procent gestegen tot 4 biljoen dollar. Dit blijkt uit het recente Global Alternatives Survey van Willis Towers Watson, die tien beleggingscategorieën en zeven soorten investeerders omvat. Hieruit blijkt dat van de 100 grootste vermogensbeheerders, vastgoedmanagers het grootste deel van het vermogen beheren (35%, meer dan $1,4 biljoen).
Op de tweede plek staan de private equity managers (18%, $695 miljard), gevolgd door hedgefondsen (17%, $675 miljard), private equity fondsen van fondsen (12%, $492 miljard), illiquide kredieten (9%, $360 miljard), fondsen van hedgefondsen (6%, $227 miljard), infrastructuur (4%, $161 miljard) en grondstoffen (1%).
Groei illiquide kredieten
Onder de 100 grootste vermogensbeheerders van alternatieve beleggingscategorieën, groeiden illiquide kredieten het sterkst over een periode van twaalf maanden, van $178 naar $360 miljard. De omvang van directe beleggingen in hedgefondsen daalde bij de grootste vermogensbeheerders daarentegen in deze periode, van $755 miljard naar $675 miljard.
Alpinvest Partners grootste Nederlandse vermogensbeheerder
De grootste Nederlandse beheerder van alternatieve categorieën is Alpinvest Partners, dat €41,4 miljard aan private equity beheert. De firma staat op de zevende plek in de top 100 van wereldwijde vermogensbeheerders op het gebied van pensioenfondsen. De enige andere Nederlandse partij die in de top 100 staat, is Bouwinvest REIM. Door hun vermogen op het gebied van onroerend goed staat de firma op de achtenzestigste plek.
Investering illiquide krediet groeit
Geert-Jan Troost, Senior Consultant bij Willis Towers Watson: “In illiquide kredieten (‘illiquid credit’ of ‘private debt’) wordt meer kapitaal geïnvesteerd, maar de concurrentie neemt ook toe. Hierdoor bieden opbrengsten van bepaalde categorieën –zoals directe leningen- steeds minder rendement als compensatie voor hun illiquiditeit en kredietrisico. Tegelijkertijd zien we dat de instroom van kapitaal naar hedgefondsen daalt. Dit komt door hoge kosten, mogelijke belangenverstrengeling en problemen bij de implementatie. Het negatieve sentiment dat door deze tegenslagen wordt veroorzaakt, beïnvloedt de keuzes van vermogensbeheerders. Het is opmerkelijk dat deze kentering zo lang op zich liet wachten, maar het bevestigt ook onze visie dat de hedgefondssector moet veranderen. Beheerders die transparantie en kwaliteit van beleggingsproducten vooropstellen, gaan de komende periode meer profiteren van groei.”
Noord-Amerika grootste bestemming
Volgens het onderzoek bedraagt het wereldwijde beheerd vermogen in alternatieve categorieën nu $6,5 biljoen, op basis van 562 beheerders. Daarnaast blijft Noord-Amerika de grootste bestemming voor investeringen in alternatieve categorieën (54%), gevolgd door Europa (33%), Azië (8%) en de rest van de wereld (6%).
Pensioenvermogen
Het onderzoek laat zien dat pensioenvermogen een derde (33%) van het vermogen van de top 100 alternatieve managers uitmaakt, gevolgd door wealth managers (15%), staatsfondsen (5%), stichtingen (2%), banken (2%) en funds of funds (2%). Het vermogen van verzekeringsmaatschappijen is gegroeid van tien procent naar 12 procent van het totale vermogen.
Troost: “De alternatieve vermogensbeheerindustrie blijft afhankelijk van pensioengeld. Dat lage kosten en gelijkgerichtheid van belangen steeds meer focus krijgen, draagt ook bij aan de toenemende interesse vanuit andere investeerders zoals verzekeraars, die op zoek zijn naar aantrekkelijke beleggingsmogelijkheden binnen volatiele markten.”
Groei ten opzichte van 2016
De top 100 alternatieve managers beleggen $1,6 biljoen voor pensioenfondsen, een groei van negen procent ten opzichte van vorig jaar. Het onderzoek laat zien dat het pensioenvermogen meer dan de helft (51%) uitmaakt van het totale vermogen van alternatieve managers. Het vermogen in illiquide kredieten is met ca. 17% gestegen naar $122 miljard. Vastgoedmanagers bleven het grootste deel van het vermogen beheren (41%), gevolgd door private equity FoF’s (18%), hedgefondsen (12%), infrastructuur (8%), illiquide kredieten (8%), private equity (7%) en FOHF’s (5%).
Troost: “Bij de huidige lage rente en het onzekere politieke klimaat blijft de interesse van pensioenfondsen groeien in beleggingen gerelateerd aan (inflatie-geïndexeerde) vastgoedverhuur en erfpacht. Dit komt door het verwachte verschil in rendement ten opzichte van obligaties en de hogere inflatieverwachtingen. Wij denken dat deze vraag waarschijnlijk blijft groeien, zolang de obligatierendementen en hun kredietopslagen laag blijven. Dit maakt het vinden van aantrekkelijke beleggingen in alternatieve categorieën steeds belangrijker.
Daarnaast blijft ook de private equity sector profiteren vanwege hoge uitkeringen en investeerders die op zoek zijn naar extra rendement. Echter, door een overvloed aan beschikbaar kapitaal en een beperkt aanbod van deals worden de geboden rendementen steeds minder aantrekkelijk. Om succesvolle resultaten te blijven behalen, moeten beleggers op zoek naar deals die laag geprijsd zijn of bijdragen aan diversificatie.”
Top 25 van alternatieve asset managers naar beheerd vermogen
|
Totale onderzoeksresultaten
|
Over het onderzoek
Willis Towers Watson heeft het onderzoek in 2016 uitgevoerd onder 562 beleggingsmanagers, waaronder 121 in hedgefondsen, 102 in onroerend goed, 75 in private equity, 60 in illiquide krediet, 58 in infrastructuur, 46 in privaty equity FoF’s, 29 in FoHF’s, 23 in grondstoffen, 22 in natuurlijke bronnen en 16 in verzekeringsbeleggingen. Voor de sectoren onroerend goed, grondstoffen en infrastructuur zijn individuele managers ook meegenomen. De data is merendeels direct afkomstig van beleggingsmanagers en verder afkomstig van openbare bronnen. Bepaalde informatie over individuele hedgefondsen is afkomstig van de Global Billion Dollar Club, gepubliceerd door HedgeFund Intelligence. Alle bedragen zijn in US$.