De Bank of Japan (BoJ) heeft het monetaire beleid iets aangepast. Aan het belangrijkste rentetarief verandert echter niets. Dat blijft negatief op -0,1%. Tomoya Masanao, hoofd portefeuillebeheer bij de Japanse vestiging van Pimco, zegt in een reactie dat de focus van de Japanse centrale bank verschuift van geldvoorraad naar de rentecurve.
De aangepaste maatregelen hebben te maken met de looptijd en rente van de staatsleningen die de BoJ opkoopt. Ook liet de centrale bank weten door te zullen gaan met het losse monetaire beleid. Zo moet de inflatiedoelstelling van 2% zo snel mogelijk worden bereikt. Daarnaast sluiten de centrale bankiers niet uit dat de rente verder verlaagd zal worden, terwijl de omvang van het stimuleringsbeleid op korte termijn kan fluctueren.
“Het ‘Nieuwe Neutraal’ wordt de norm”, zegt Masanao. Daarmee verwijst hij naar de term die zijn collega Bill Goss bedacht voor een langere periode na de kredietcrisis met lage economische groei, lage inflatie en een lage rente.
Erkenning
De beslissing weerspiegelt volgens Masanao deels de erkenning van de BoJ dat monetaire verruiming op zich weinig versoepelend effect heeft. Ook wordt duidelijk dat de Japanse neutrale rentecurve, die de economie niet laat groeien of krimpen, steiler is dan de bank dacht. De werkelijke rentecurve mag niet te vlak zijn ten opzichte van de neutrale curve. “Anders wordt de economie negatief beïnvloed door de verzwakking van financiële intermediatie”, legt hij uit.
De beslissing optimaliseert ook de gereedschapskist van de BoJ met het oog op de houdbaarheid van monetaire versoepeling. De oorlog tegen deflatie duurt waarschijnlijk langer dan gedacht. De centrale bank moet daarvoor wel rekening houden met beperkingen. Te denken valt aan een praktische limiet op de hoeveelheid aankopen van Japanse staatsobligaties en de effectieve ondergrens van de rentecurve.
Leiding
De vraag is hoe lang de Japanse centrale bank nog door kan gaan met QE. Masanao is de mening toegedaan dat de BoJ het spel nog vele jaren zal spelen. “Maar de centrale bank zal niet langer de leiding hebben”, waarschuwt hij. “In z’n eentje kan de BoJ de oorlog tegen deflatie niet winnen, tenzij de verwachtingen over de economische groei verbeteren.”
Natuurlijk gaat Masanao ook in op wat het besluit betekent voor beleggers. Hij ziet marginaal positieve effecten voor bankaandelen en andere risicovolle activa voor de korte termijn. De BoJ heeft immers niet verder gesneden in de korte rente tot een verder negatief niveau. “De duurzaamheid van de rally op deze activa is echter twijfelachtig”, vindt hij. “Het wordt steeds duidelijker dat het beleid van de BoJ uitgeput raakt. De lage risicopremies moeten tot op zekere hoogte opnieuw worden gewaardeerd.”